In het boek 'Machines die denken' geven bijna 200 auteurs hun mening over dit onderwerp. Hier is de samenvatting van enkele opvallende hoofdstukken.

OPVOEDING
In de evolutie zijn zoogdieren het meest in staat gebleken om geavanceerde taken uit te voeren. Typerend is dat zoogdierbaby's een vaak jarenlange beschermde opvoeding krijgen over goed en niet goed, handig en niet handig. Zij worden niet geboren met een vast informatie pakket zoals lagere diersoorten maar leren van hun eigen gedrag.

Voor empathische computers met het vermogen om  bij te leren uit sociale omgang is nog een hele slag te maken. Bij mensen is 'goed doen' vaak de eerste drijfveer, pas met nadenken komt het halen van voordeel om de hoek. Empathie en goed doen, het inbouwen van 'liefde' en het vermogen om zelfstandig te leren en keuzes te maken zal robots menselijk gedrag opleveren. Melanie Swan, filosoof.
 
En verder in de hoofdstukken:
"Het herkennen van een kat is nog iets anders dan het begrijpen wat een kat is."
"Een robot die zijn wenkbrauwen fronst, knippert en je met de ogen volgt wordt ervaren als menselijk maar maakt slechts gebruik van onze referenties op 'menselijk zijn' ."
"Het verschil tussen een gevecht en een stoeipartij vereist redeneren over geobserveerd gedrag. Het is een menselijk proces dat menselijke robots zullen moeten leren."
"Robots slimmer maken dan onszelf blijkt voor ons een langdurig proces. Robots die slimmer worden dan wij zullen op computersnelheid zichzelf zeer snel verder kunnen evolueren."
"Het gevaar schuilt in machines die wel beslissingen kunnen nemen maar niet kunnen denken."